top of page
  • Foto van schrijverWillem van Spijker

Dag 1 - Amathuba

Bijgewerkt op: 20 mrt. 2023

**English version see below**



Maandag 30 januari 2023


“Het is een soort monster dat in je zit”, zegt Julia. Ik kijk naar haar en voel haar onvermogen.

Het is maandagochtend, onze eerste dag. Tumi en Julia zijn te gast. Een zwarte en een witte vrouw die meer dan tien jaar geleden gesprekken zijn begonnen met vrouwen over racisme. Zogenaamde dialooggesprekken waar tien tot vijftien vrouwen, wit en zwart, praten over racisme, over hun ervaringen, hun gevoelens en meningen.


Het is bijna dertig jaar geleden dat Mandela president werd en de Apartheid officieel voorbij was. Tumi en Julia vertellen wat ze meemaken in de gesprekken en delen wat het met hen doet. Ik voel de woede van Tumi, ik voel de pijn van Julia en hun bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen. Eenvoudige oplossingen bieden ze niet, het zit diep, racisme is institutioneel en systematisch. Apartheid leeft nog steeds volop. Het word je aangedaan en het zit in je, elke dag weer, schier onontkoombaar. Ze vertellen dat witte vrouwen in de gesprekken regelmatig de positie betrekken van betrokken toeschouwer; ‘goh wat erg dat je dat allemaal gebeurt, vertel er meer over.’ Zelf blijven ze daarmee buiten schot.

Net zoals ik vaak doe.

Ik neem me voor om deze week te onderzoeken wat het betekent om een witte man te zijn, om te zien dat ik een wezenlijk deel van het racistisch systeem ben, dat ik er middenin sta. En hoe kan ik daar dan verantwoordelijkheid voor nemen?



Tumi en Julia vertrekken; we zullen ze de laatste dag terugzien om onze ervaringen te delen. We stappen in een busje en gaan naar Amathuba in het centrum van Kaapstad. Achter een hek een loods met daarin grote zalen vol met beeldschermen en vol met jonge zwarte mensen. Amathuba is twee jaar geleden gestart en kent inmiddels meer dan 1000 deelnemers. Inzet is om zwarte jongeren aan het werk te krijgen. 70% van alle zwarte jongeren in Zuid Afrika heeft geen werk. 70%... En uitkeringen bestaan niet.


We worden een zaal binnengeleid met stoelen in een grote kring. Zo’n dertig jonge mensen stromen binnen. Thandile neemt het woord en doet eerst wat ademhalingsoefeningen met ons. Dan vraagt hij ons op te staan en zijn bewegingen na te doen. Het begint met een eenvoudig gebaar, maar al snel volgen series bewegingen elkaar op, begeleid met handklappen en stampende voeten. Ik raak de kluts kwijt en doe pogingen weer aan te sluiten. Dan vraagt Thandile ons om door de ruimte te bewegen, mensen te ontmoeten, contact te maken, bijvoorbeeld door rug aan rug te gaan staan en elk een korte vraag te beantwoorden. Hoe heet je en wat is de betekenis van je naam? Wat is voor jou nu heel belangrijk in je leven? Na elke vraag weer lopen en een ander ontmoeten.


De VanVierens worden opgedeeld in een paar groepjes en rondgeleid door een stel ‘young leaders’, zoals ze zichzelf voorstellen. Zij hebben het eerste halfjaar achter de rug en zijn nu verantwoordelijk voor onderdelen van de activiteiten van het centrum. De beeldschermen blijken deel van een callcenter die werkt voor verschillende bedrijven, en waarmee de financiële basis wordt gelegd. Elders zijn tientallen jonge mensen aan het bellen; ze zijn mentoren voor tien tot vijftien jongeren die deelnemer zijn; intensieve gesprekken, soms over werk, maar vooral over het leven, wat je overkomt en hoe je ermee omgaat. Een vaste mentor op wie je altijd kunt terugvallen.

Een andere ruimte is bedoeld voor creative entrepreneurship. Onlangs is het kampioenschap ‘hustling’ gehouden. Wie van de deelnemers was het beste in hosselen, in het opzetten van handeltjes en er omzet mee maken.


Een volgende ruimte behartigt de mental health van de deelnemers. Persoonlijke ontwikkeling, persoonlijke weerbaarheid is de basis en voorwaarde om economisch te kunnen overleven. Onze young leader gidsen zijn zenuwachtig en trots. Ze vertellen honderduit. Achteraf blijkt dat zij met elkaar deze hele ontmoeting met ons hebben georganiseerd en vormgegeven.


Met young leader Siba voer ik een langer tweegesprek. Ik schat haar midden twintig. Ze vertelt hoe ze bij Amathuba is gekomen. Dat haar moeder niet meer werkt, dat haar oma, haar grote voorbeeld, nu ziek en zwak is. En dat ze ook nog heeft te zorgen voor haar zesjarig kind, die elke dag naar school moet. Naast het werk hier bij Amathuba heeft ze nog een aantal zaakjes; ze knipt haren, ze handelt in snoep, en meer, wat maar voor handen komt.

Als ik vraag naar haar vader, kijkt ze me aan met lege ogen. Ze schudt licht haar hoofd en vertelt over haar oma die ooit een kleine kippenboerderij had. Dat wil Siba ook, een eigen bedoening, waar ze plek biedt voor haar oma, haar moeder en haar kind. Door hier elke dag te zijn bij Amathuba met haar lot- en deelgenoten, is ze weer gaan geloven in een toekomst.

Ik prijs haar veerkracht en haar moed. Ik vertel over mijn kinderen en kleinkinderen, over het werk dat ik doe en waarom ik dat doe.

We kijken elkaar aan, de tranen zijn niet ver weg. We omhelzen elkaar. “You have a great heart, mr. Willem”, zegt ze. Ik ben blij dat ik naar haar mag luisteren.


We eindigen weer in de kring. Ieder vertelt kort waar hij of zij dankbaar voor is. Zorgen en trots wisselen elkaar af in de korte statements. En steeds zie en voel ik de onderlinge verbondenheid tussen deze young leaders. Hier hebben ze een eigen veilige plek, die ze elke dag weer samen maken, waar ze verantwoordelijkheid voor hebben en nemen. The Blue heart is hun gezamenlijk symbool. Hart voor jezelf hebben en een open hart voor de anderen, dat is wat ze bindt. Amathuba betekent gelegenheid of mogelijkheid en die grijpen ze elke dag met beide handen aan.


Lees blog terug:


Lees blog vooruit:



*************************************************************************************


Day 1 - Amathuba

Monday 30.01.2023


"It's a kind of monster that's inside you," Julia says. I look at her and feel her discomfort. It is monday morning, our first day. Tumi and Julia are our guests. A black woman and a white woman who started dialogues with women about racism more than a decade ago. Dialogues where ten to fifteen women, white and black, talk about racism, about their experiences, their feelings and opinions.

It has been almost thirty years since Mandela became president and Apartheid was officially abolished. Tumi and Julia are telling what they experience in the dialogues and share what it does to them. I feel Tumi's anger, I feel Julia's pain and their willingness to take responsibility. Simple solutions do not work, it runs deep, racism is institutional and systematic. Apartheid is still very much alive. It is done to you and it is inside you, every day, seemingly inescapable. They tell that white women sometimes take the position of involved observer in the conversations; 'gosh, what a shame that all this is happening to you, tell more about it.' They themselves remain unaffected by this.

Just as I often do.

I promise myself this week to examine what it means to be a white man, trying to recognize I am an essential part of a racist system, that I am in the middle of it. And then how can I take responsibility for that?



Tumi and Julia leave; we will see them again on the last day of this week to share our experiences. We board the minivan and head to Amathuba in the center of Cape Town. Behind a fence an office containing large rooms full of screens and full of young black people. Amathuba started two years ago and now has more than 1,000 participants. The main goal is to get black youngsters to work. 70% of all black youth (age 18 to 36) in South Africa do not have jobs. 70%... And social welfare doesn't exist.


We are led into a room with chairs in a large circle. About thirty young people stream in. Thandile takes the floor and first does some breathing exercises with us. Then he asks us to stand up and imitate his movements. It starts with a simple gesture, but soon series of movements follow one another, accompanied by clapping hands and stamping feet. I lose the plot and make attempts to reconnect. Then Thandile asks us to move around the room, meet people, make contact, for example by standing back to back and each answering a short question. What is your name and what is the meaning of your name? What is very important to you in your life right now? After each question, walk again and meet another.


The VanVierens are divided into a few groups and led around by "young leaders," as they introduce themselves. They have completed the first six months and are now responsible for parts of the center's activities. The screens appear to be part of a call center working for various companies, laying the financial groundwork for Amathuba. Elsewhere, dozens of young people are making phone calls; they are mentors for ten to fifteen young people who are internship participants; intensive conversations, sometimes about work, but mostly about life, what happens to you and how you deal with it. Every participant has a regular mentor they can always fall back on.

Another room is for creative entrepreneurship. Recently, the "hustling" championship was held. Who among the participants was the best at hustling, at setting up little trades and making sales with them.


The next room looks after the mental health of the participants. Personal development, personal resilience is the basis and prerequisite for economic survival. Our young leader guides are nervous and proud. They talk and talk. Afterwards, it turns out that they organized and designed this entire meeting with us.


I have a longer conversation with young leader Siba. I estimate her to be in her mid-twenties. She tells how she came to Amathuba. That her mother is no longer working, that her grandmother, her great role model, is now ill and weak. And that she also has to take care of her six-year-old child, who has to go to school every day. In addition to working here at Amathuba, she has a number of businesses; she cuts hair, she sells sweets, and more, whatever comes to hand.

When I ask about her father, she looks at me with blank eyes. She shakes her head slightly and tells me about her grandmother who once had a small chicken farm. That's what Siba wants too, a business of her own, where she provides a living for her grandmother, her mother and her child. Being here every day at Amathuba with her fellows who share same kind of life stories has made her believe in a future again.

I praise her resilience and her courage. I talk about my children and grandchildren, about the work I do and why I do it.

We look at each other; tears are not far away. We hug each other. "You have a great heart, Mr. Willem," she says. I'm happy I may listen to her.


We end up back in the circle. Everyone tells briefly what he or she is grateful for. Worry and pride alternate in the short statements. And each time I see and feel the mutual connection between these young leaders. Here they have their own safe place, which they make together every day, for which they have and take responsibility. The Blue heart is their common symbol. Having a heart for yourself and an open heart for others is what connects and binds them. Amathuba means opportunity or possibility and they catch it every day with both hands.


Read previous blog:


Read next blog:

bottom of page