top of page
  • Foto van schrijverWillem van Spijker

Dag 4, 5, 6: Gestruikel op de Kogelberg

**English version see below**


Donderdag 2 februari, Vrijdag 3 februari en Zaterdag 4 februari 2023


De laatste twee dagen van onze week brengen we door op de Kogelberg, een prachtig natuurreservaat vol fijnbos. Dagen bedoeld om persoonlijk te verwerken wat eenieder heeft meegemaakt en om met elkaar uit te zoeken wat de betekenis voor ons als Van Vieren kan zijn.


Bekend onderdeel in het U – proces is het doen van een solo. Op je eentje een aantal uren of dagen de natuur in; een plek vinden waar je je goed voelt, waar je verbinding kunt maken met wat er zoal in je leeft en waar je mogelijk naar op weg bent. Presencing heet dat met een mooi woord.


Tien jaar geleden heb ik al eens vier dagen en nachten vastend in de Canyonlands in Utah doorgebracht in mn eentje. Nu is het maar een ochtend. Dat moet een makkie zijn. Ik ga aan de wandel, eerst netjes over een pad en dan besluit ik de berg op te lopen, dwars door het fijnbos. Wiebke had gewaarschuwd; dat kun je doen, maar je zult wel de nodige schrammen oplopen. Het fijnbos is prachtig, allerlei struiken en bloemen in vele kleuren. Ik voel me licht en vrolijk, schrammen deren me niet. Ik heb zin in avontuur, stappen zetten, ik wil naar boven, daar bij die rotsen wil ik zitten. De klim wordt zwaarder, elke paar meter moet ik even stoppen. Mijn tred wordt wankel en ik struikel, grijp me vast en houd me overeind. Bloed druipt uit mn vingers; het was een doornige Aloe die ik vastgreep. En ik heb mijn knie verdraaid, kort scheurt de pijn door me heen. Ik laat me niet kisten. Ik wil daarboven zijn, bij die rotsen en ik sleep me erheen. Ik vind een plekje om te zitten, onder een rots met een drakenhoofdje. Trots kijk ik om me heen. Het uitzicht is prachtig. Mensen vragen me weleens of ik met pensioen ga. Ze zijn niet wijs. Dit is mijn plek, ik heb nog veel te doen.

De berg af blijkt nog zwaarder. Ik moet om mezelf lachen. Stumbling man…al tastend, zoekend en struikelend een begaanbare weg vinden. Met meer schrammen en een protesterende knie kom ik beneden aan. Lali toont zich een liefdevolle verpleger. Geduldig maakt hij mijn schrammen schoon en verbindt hij mijn hand.


Aan mijn collega’s zie ik dat ook zij bijzondere ervaringen hebben gehad. ’s Avonds richten we de focus op Van Vieren. Na een reeks reflectievragen krijgen we de opdracht om iets in de omgeving te zoeken dat uitdrukt wat je bijdrage en betekenis aan Van Vieren kan zijn. In een cirkel legt ieder zijn ding neer. Ik breng een bosje bloemen in met een oude houten tak. De diversiteit is groot. En dan gebeurt er iets magisch; stap voor stap worden de elementen verbonden met elkaar en ontstaat een harmonieus geheel. Ik zie het als een ‘powerstation’, Van Vieren als plek en club die (groepen) mensen in staat stelt zich te ontplooien en hun idealen waar te maken. En we worden helemaal blij als we bedenken dat we een summerschool kunnen organiseren, met de mensen met wie werken in Nederland, in het onderwijs, in de wijken. En dat met de mensen die we hier in Zuid Afrika hebben ontmoet, en van wie we als Nederlanders veel kunnen leren, als het gaat om communitybuilding, om het dragen en leven van gedeelde waarden, om eigenaarschap nemen en de moed hebben om er met elkaar voor te gaan, om verdraagzaamheid en vergeving.


De laatste dag treffen we Tumi en Julia weer. Zij en wij vertellen wat we hebben meegemaakt afgelopen week. En we proberen nog wat woorden en lading te geven aan ons gesprek over racisme een week eerder en wat we daarin deze week hebben meegemaakt. Voor mezelf constateer ik dat ik er ben ingestapt, om zonder veel schroom een witte man te zijn, mijn verhalen te delen en me aan mijn neus te laten trekken. En door, zoals Tumi en Julia, en anderen deze week ons hebben voorgedaan, de diversiteit te omarmen. Door het maken van verbinding met anderen op een zo diep mogelijk niveau, het niveau van echt luisteren en met open ogen en open hart de ander zien en jezelf laten zien. En.. zo concluderen we, we weten het natuurlijk ook allemaal niet. Het niet weten en met hoop en moed blijven zoeken, dat lijkt een goed uitgangspunt.


Zoals aan alle mensen die we hebben ontmoet, geven we ook Julia en Tumi een cadeautje; in dit geval twee kunstwerken die Danja heeft gemaakt. Is ze er toch een beetje bij.


's Avonds gaan we uit eten, zingen en dansen we, en zwaaien we Marian, Lali en Wiebke met grote dankbaarheid uit.


Lees vorige blog:



*******************************************************************************************************




Day 4, 5, 6: Stumbling on the Kogelberg


Tursday 2.2.2023, Friday 3.2.2023, Sathurday 4.2.2023


We spend the last two days of our week on Kogelberg, a beautiful nature reserve full of fynbos. These days are meant to process personally what each one has been through and to figure out with each other what the meaning might be for us as Van Vieren.


Familiar part in the U - process is doing a solo. On your own for a few hours or days going into nature; finding a place where you feel good, where you can connect with what is going on inside you and what you may be on your way to. Presencing is it called with a fancy word.


Ten years ago I once spent four days and nights fasting in the Canyonlands in Utah doing such a solo. Now it's just one morning. It should be a breeze. I start hiking, first neatly along a trail and then I decide to walk up the mountain, right through the fynbos. Wiebke had warned; you can do that, but you will get scrapes. The fynbos is beautiful, all kinds of bushes and flowers in many colors. I feel light and happy, scratches don't bother me. I feel like adventure, taking steps, I want to go up, there by those rocks I want to sit. The climb gets harder, every few meters I have to stop. My gait becomes shaky and I stumble, grabbing hold of myself and keeping myself upright. Blood drips from my fingers; it was a thorny Aloe I grabbed. And I twisted my knee, briefly the pain rips through me. I won't let myself be crushed. I want to be up there, by those rocks, and I drag myself up there. I find a place to sit, under a rock with a dragon's head. Proudly, I look around me. The view is beautiful. People sometimes ask me if I am retiring. They are clueless. This is my place; I still have much to do.


Going down the mountain proves even to be tougher. I laugh at myself. Stumbling man...while groping, searching and stumbling to find a passable way. With more scrapes and a protesting knee, I arrive at the bottom. Lali shows himself to be a loving nurse. Patiently he cleans my scratches and bandages my hand.


I see from my colleagues that they too have had special experiences. In the evening, we turn our focus to Van Vieren. After a series of reflection questions, we are instructed to find something in the environment that expresses what your contribution and meaning to Van Vieren can be. In a circle, everyone puts down their thing. I bring in a bunch of flowers with an old wooden branch. The diversity is great. And then something magical happens; step by step the elements are connected and a harmonious whole emerges. I see it as a "power station," Van Vieren as a place and club that enables (groups of) people to develop and realize their ideals. And we get really happy when we think about organizing a summer camp, with the people we work with in the Netherlands, in education, in the neighborhoods. And that with the people we met here in South Africa, and from whom we as Dutch can learn a lot, when it comes to community building, to carrying and living shared values, to taking ownership and having the courage to go for it together, to tolerance and forgiveness.


The last day we meet Tumi and Julia again. We share what we experienced last week. And we try to put some words and substance to our conversation about racism a week earlier and what we experienced in it this week. For myself, I note that I have stepped in, to be a white man without much trepidation, to share my stories and to have my nose pulled. And by, as Tumi and Julia and others this week have shown us, embracing diversity. By connecting with others on a level as deep as possible, the level of really listening and with open eyes and open heart seeing the other and showing yourself. And... so we conclude, we all don't know …. Not knowing and continuing search with hope and courage, that seems a good starting point.


Like to all the people we have met, we also give Julia and Tumi a present; in this case two works of art Danja has made. So she is with us a little bit too.


In the evening we go out to dinner, sing and dance, and wave goodbye to Marian, Lali and Wiebke, with great gratitude.



Read previous blog:


bottom of page