Elk weekend begin ik de dag met het uitzoeken van muziek die past bij mijn stemming van dat moment. De afgelopen weken merk ik dat het me moeilijker afgaat. Ik voel druk, ik voel allerlei stemmingen die door elkaar heen lopen.
Corona playlists
Ik kies muziek uit – Tame Impala, Jonathan Wilson, Tash Sultana, Calexico, om maar wat te noemen – maar al snel wil ik weer iets anders. Ik zoek verder en ik stuit op honderden Corona playlists. Elk genre kent zijn eigen favoriete tracks, en sommige komen veelvuldig voor zoals Staying Alive (Bee Gees), Fever (Elvis), Don't stand so close to me (Police).
Sommige nummers zijn verrassend en grappig, zoals de hitsingle “Ik heb geen zin om op te staan” van de jaren 60 Provoband ‘Het’. Met een clipje waarin vier langharige jongens in een oud ziekenhuisbed de Amsterdamse Dam oprijden. Alwaar ze overigens door de politie hardhandig zijn verwijderd wegens ordeverstoring. Nog grappiger wordt het, vind ik dan, als je weet hoe het nummer heet dat op de B-kant van die single staat; ‘Alleen op het kerkhof’ ……. en dat die woorden het laatste deel van de zin vormen die begint met “Ik hou van jou”.
Vijf stemmingen
Die Corona playlists doen het toch niet. Mijn stemming is te wispelturig. Ik ga op zoek naar tracks die me op dat moment aanspreken. En al doende merk ik dat de muziek die ik door de kamer laat klinken op zijn minst uitdrukking geeft aan vijf wisselende stemmingen.
Een eerste geeft stem aan mijn gevoelens van angst en verdoemenis. Dan kom ik in mijn muziekgeschiedenis al snel uit bij de post-punkband Joy Division. Dat had ik jaren niet meer gedraaid. Nog altijd tergend mooi. Luister naar de track “Transmission” en huiver. En plotseling krijgt heavy metal muziek betekenis voor me. Een vriend wees me erop. Luister maar eens naar “Storm of damnation” van Reapers Revenge over de ondergang van Amerika in Trumptijd. Zet wel je volume voluit.
Een tweede stem drukt mijn gevoelens van twijfel uit. Wat te doen, wat moet ik doen. “I just don't know what to do with myself” van de White Stripes raakt me. De krijtende gitaar van Jack White gaat me door merg en been. Laat het volume maar voluit staan.
Een derde stem drukt mijn neiging tot reflectie uit. Wat gebeurt er toch allemaal? REM zingt “Its the end of the world (as we know it)”. Radiohead pakt in een tweemetersessie uit met “My Iron Lung”. En Tame Impala klinkt prettig berustend, “Let it happen”.
Het volume kan weer omlaag. Ik wentel mij in gevoelens van verdriet. En dan luister ik naar the man in black Johnny Cash, zijn laatste single “Hurt” slaat diepe wonden in je gemoed. En uiteraard dringt “In my hours of darkness” van Gram Parsons zich op. Hij zingt het samen met Emmylou Harris, de vrouw wier poster op mijn vijftiende boven mijn bed hing, zo mooi en onbereikbaar.
Mijn verdriet gaat dan als vanzelf over in gevoelens van hoop, geloof en liefde. Dan zingt Wende “Blijf” van haar sublieme album “Mens”. Ik ben terug in de tent op Down the Rabbit Hole twee jaar geleden, op zondagochtend, waar Wende dit lied zingt en de tranen me over de wangen lopen.
Wie weet of begin juli Down the Rabbit Hole door kan gaan. Het muziekfestival in New Orleans dat ik elk jaar begin mei bezoek, gaat zeker niet door.
Beautiful people
Over festivals gesproken. Laat ik eindigen met een liedje dat ooit klonk op het oerfestival aller festivals. Zo'n 300.000 mensen dagenlang dicht op elkaar in een weiland in de buurt van Woodstock. De zangeres schreef het liedje naar aanleiding van een langdurige stroom-uitval in New York. In haar flatgebouw zocht zij haar medebewoners op en samen brandden ze kaarsjes en wachtten ze op betere tijden. “Beautiful people” zong Melanie.
Fotocredit: Woodstockgangers (Ric Manning - Own work, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7029083)
Comments